18-09-2005

Datum:
18/09/2005
Predikant:
ds. J. den Boer
Bijzonderheden:
Bediening Heilig Avondmaal
Tekst:
Klaagliederen 3 : 22-26

Het zijn de goedertierenheden des HEEREN, dat wij niet vernield zijn, dat Zijn barmhartigheden geen einde hebben: zij zijn allen morgen nieuw, Uw trouw is groot. De HEERE is mijn Deel, zegt mijn ziel, daarom zal ik op Hem hopen. De HEERE is goed dengenen, die Hem verwachten, der ziele, die Hem zoekt. Het is goed, dat men hope, en stille zij op het heil des HEEREN.

Zingen:

Psalm 68:13
Psalm 119:25 (na de wet)
Psalm 26:2, 7 en 8
Psalm 66:1
Psalm 66:8
Psalm 66:10

Schriftlezing:

22 Cheth. Het zijn de goedertierenheden des HEEREN, dat wij niet vernield zijn, dat Zijn barmhartigheden geen einde hebben:
23 Cheth. Zij zijn allen morgen nieuw, Uw trouw is groot.
24 Cheth. De HEERE is mijn Deel, zegt mijn ziel, daarom zal ik op Hem hopen.
25 Teth. De HEERE is goed dengenen, die Hem verwachten, der ziele, die Hem zoekt.
26 Teth. Het is goed, dat men hope, en stille zij op het heil des HEEREN.
27 Teth. Het is goed voor een man, dat hij het juk in zijn jeugd draagt.
28 Jod. Hij zitte eenzaam, en zwijge stil, omdat Hij het hem opgelegd heeft.
29 Jod. Hij steke zijn mond in het stof, zeggende: Misschien is er verwachting.
30 Jod. Hij geve zijn wang dien, die hem slaat, hij worde zat van smaad.
31 Caph. Want de Heere zal niet verstoten in eeuwigheid.
32 Caph. Maar als Hij bedroefd heeft, zo zal Hij Zich ontfermen, naar de grootheid Zijner goedertierenheden.
33 Caph. Want Hij plaagt of bedroeft des mensenkinderen niet van harte.
34 Lamed. Dat men al de gevangenen der aarde onder Zijn voeten verbrijzelt:
35 Lamed. Dat men het recht eens mans buigt voor het aangezicht des Allerhoogsten:
36 Lamed. Dat men een mens verongelijkt in zijn twistzaak: zou het de Heere niet zien?

Naar overzicht