20-12-1998
En heeft een hoorn der zaligheid ons opgericht
1. De Oprichter
2. De Opgerichte
3. De gevelden
Lofzang van Zacharias : 1
Psalm 119:8 (na de wet)
Psalm 132:7, 11 en 12
Psalm 75:6
Psalm 118:7 en 8
Psalm 118:10
67 En Zacharias, zijn vader, werd vervuld met den Heiligen Geest, en profeteerde, zeggende:
68 Geloofd zij de Heere, de God Israels, want Hij heeft bezocht, en verlossing te weeg gebracht Zijn volke:
69 En heeft een hoorn der zaligheid ons opgericht, in het huis van David, Zijn knecht:
70 Gelijk Hij gesproken heeft door den mond Zijner heilige profeten, die van het begin der wereld geweest zijn:
71 Namelijk een verlossing van onze vijanden, en van de hand al dergenen, die ons haten:
72 Opdat Hij barmhartigheid deed aan onze vaderen, en gedachtig ware aan Zijn heilig verbond:
73 En aan den eed, dien Hij Abraham, onzen vader, gezworen heeft, om ons te geven,
74 Dat wij, verlost zijnde uit de hand onzer vijanden, Hem dienen zouden zonder vreze.
75 In heiligheid en gerechtigheid voor Hem, al de dagen onzes levens.