02-04-2000

Datum:
02/04/2000
Predikant:
ds. J. Lohuis
Tekst:
HC Zondag 30

Vr. 80: Wat onderscheid is er tussen het Avondmaal des Heeren en de Paapse Mis?Antw: Het Avondmaal des Heeren betuigt ons, dat wij volkomen vergeving van al onze zonden hebben door de enige offerande van Jezus Christus, die Hijzelf eenmaal aan het kruis volbracht heeft, en dat wij door den Heiligen Geest Christus worden ingelijfd, die nu naar zijn menselijke natuur niet op de aarde, maar in den hemel is, ter rechterhand Gods zijns Vaders, en daar van ons wil aangebeden zijn.Maar de Mis leert, dat de levenden en de doden niet door het lijden van Christus vergeving der zonden hebben, tenzij dat Christus nog dagelijks voor hen van de Mispriesters geofferd worde, en dat Christus lichamelijk onder de gestalte des broods en wijns is, en daarom ook daarin moet aangebeden worden: en alzo is de Mis in den grond ander niet, dan een verloochening der enige offerande en des lijdens van Jezus Christus, en een vervloekte afgoderij.Vr. 81: Voor wie is het Avondmaal des Heeren ingesteld?Antw: Voor degenen, die zichzelf vanwege hun zonden mishagen, en nochtans vertrouwen, dat deze hun om Christus’ wil vergeven zijn, en dat ook de overblijvende zwakheid met zijn lijden en sterven bedekt is: die ook begeren, hoe langer hoe meer hun geloof te sterken en hun leven te beteren. Maar de hypocrieten en die zich niet met waren harte tot God bekeren, die eten en drinken zichzelf een oordeel.Vr. 82: Zal men ook diegenen tot dit Avondmaal laten komen, die zich met hun belijdenis en hun leven als ongelovige en goddeloze mensen aanstellen?Antw: Neen: want alzo wordt het verbond Gods ontheiligd, en zijn toorn over de ganse gemeente verwekt. Daarom is de Christelijke Kerk schuldig, naar de ordening van Christus en van zijn Apostelen, zulken, totdat zij betering huns levens bewijzen, door de Sleutelen des hemelrijks uit te sluiten.

Punten:

1. Een genoegzame offerande (v/a 80)
2. Geloofd gij dat? (v/a 81)
3. Veracht gij dat? (v/a 82)

Zingen:

Psalm 25:5 en 7
Psalm 138:2 en 4
Psalm 139:14
Psalm 132:12

Schriftlezing:

11 Maar Christus, de Hogepriester der toekomende goederen, gekomen zijnde, is door den meerderen en volmaakten tabernakel, niet met handen gemaakt, dat is, niet van dit maaksel,
12 Noch door het bloed der bokken en kalveren, maar door Zijn eigen bloed, eenmaal ingegaan in het heiligdom, een eeuwige verlossing teweeggebracht hebbende.
13 Want indien het bloed der stieren en bokken, en de as der jonge koe, besprengende de onreinen, hen heiligt tot de reinigheid des vleses:
14 Hoeveel te meer zal het bloed van Christus, Die door den eeuwigen Geest Zichzelven Gode onstraffelijk opgeofferd heeft, uw geweten reinigen van dode werken, om den levenden God te dienen?
15 En daarom is Hij de Middelaar des nieuwen testaments, opdat, de dood daartussen gekomen zijnde, tot verzoening der overtredingen, die onder het eerste testament waren, degenen, die geroepen zijn, de beloftenis der eeuwige erve ontvangen zouden.
16 Want waar een testament is, daar is het noodzaak, dat de dood des testamentmakers tussenkome:
17 Want een testament is vast in de doden, dewijl het nog geen kracht heeft, wanneer de testamentmaker leeft.
18 Waarom ook het eerste niet zonder bloed is ingewijd.
19 Want als al de geboden, naar de wet van Mozes, tot al het volk uitgesproken waren, nam hij het bloed der kalveren en bokken, met water, en purperen wol, en hysop, besprengde beide het boek zelf, en al het volk,
20 Zeggende: Dit is het bloed des testaments, hetwelk God aan ulieden heeft geboden.
21 En hij besprengde desgelijks ook den tabernakel, en al de vaten van den dienst met het bloed.
22 En alle dingen worden bijna door bloed gereinigd naar de wet, en zonder bloedstorting geschiedt geen vergeving.
23 Zo was het dan noodzaak, dat wel de voorbeeldingen der dingen, die in de hemelen zijn, door deze dingen gereinigd werden, maar de hemelse dingen zelve door betere offeranden dan deze.
24 Want Christus is niet ingegaan in het heiligdom, dat met handen gemaakt is, hetwelk is een tegenbeeld van het ware, maar in den hemel zelven, om nu te verschijnen voor het aangezicht van God voor ons:
25 Noch ook, opdat Hij Zichzelven dikwijls zou opofferen, gelijk de hogepriester alle jaar in het heiligdom ingaat met vreemd bloed:
26 (Anders had Hij dikwijls moeten lijden van de grondlegging der wereld af) maar nu is Hij eenmaal in de voleinding der eeuwen geopenbaard, om de zonde te niet te doen, door Zijnzelfs offerande.
27 En gelijk het den mensen gezet is, eenmaal te sterven, en daarna het oordeel:
28 Alzo ook Christus, eenmaal geofferd zijnde, om veler zonden weg te nemen, zal ten anderen male zonder zonde gezien worden van degenen, die Hem verwachten tot zaligheid.

Naar overzicht