29-12-1991
En er was Anna, een profetesse, een dochter van Fanuel, uit den stam van Aser: deze was tot groten ouderdom gekomen, welke met haar man zeven jaren had geleefd van haar maagdom af. En zij was een weduwe van omtrent vier en tachtig jaren, dewelke niet week uit den tempel, met vasten en bidden, God dienende nacht en dag. En deze, te dierzelfder ure daarbij komende, heeft insgelijks den Heere beleden, en sprak van Hem tot allen, die de verlossing in Jeruzalem verwachtten.
1. Het getuigenis over haar
2. Het getuigenis van haar
Psalm 84:1 en 2
Psalm 119:86 (na de wet)
Psalm 27:3 en 5
Psalm 66:8 en 10
Psalm 145:6
1 Een psalm, een lied, op den sabbatdag.
2 Het is goed, dat men den HEERE love, en Uw Naam psalmzinge, o Allerhoogste!
3 Dat men in den morgenstond Uw goedertierenheid verkondige, en Uw getrouwheid in de nachten:
4 Op het tiensnarig instrument en op de luit, met een voorbedacht lied op de harp.
5 Want Gij hebt mij verblijd, HEERE! met Uw daden, ik zal juichen over de werken Uwer handen.
6 O HEERE! hoe groot zijn Uw werken! zeer diep zijn Uw gedachten.
7 Een onvernuftig man weet er niet van, en een dwaas verstaat ditzelve niet:
8 Dat de goddelozen groeien als het kruid, en al de werkers der ongerechtigheid bloeien, opdat zij tot in der eeuwigheid verdelgd worden.
9 Maar Gij zijt de Allerhoogste in eeuwigheid de HEERE!
10 Want zie, Uw vijanden, o HEERE! want zie, Uw vijanden zullen vergaan: al de werkers der ongerechtigheid zullen verstrooid worden.
11 Maar Gij zult mijn hoorn verhogen, gelijk eens eenhoorns: ik ben met verse olie overgoten.
12 En mijn oog zal mijn verspieders aanschouwen: mijn oren zullen het horen, aangaande de boosdoeners, die tegen mij opstaan.
13 De rechtvaardige zal groeien als een palmboom: hij zal wassen als een cederboom op Libanon.
14 Die in het huis des HEEREN geplant zijn, dien zal gegeven worden te groeien in de voorhoven onzes Gods.
15 In den grijzen ouderdom zullen zij nog vruchten dragen: zij zullen vet en groen zijn,
16 Om te verkondigen, dat de HEERE recht is: Hij is mijn Rotssteen, en in Hem is geen onrecht.