05-10-2003

Datum:
05/10/2003
Predikant:
ds. J. Lohuis
Tekst:
HC Zondag 48

Vr. 123: Welke is de tweede bede?Antw: Uw koninkrijk kome. Dat is: Regeer ons alzo door uw Woord en uw Geest, dat wij ons hoe langer hoe meer aan U onderwerpen: bewaar en vermeerder uw kerk: verstoor de werken des duivels en alle geweld, dat zich tegen U verheft, mitsgaders alle boze raadslagen, die tegen uw Heilig Woord bedacht worden: totdat de volkomenheid uws Rijks kome, waarin Gij alles zult zijn in allen.

Punten:

1. Een bede om bewogenheid
2. Een bede om onderwerping
3. Een bede om verstoring
4. Een bede om volkomenheid

Zingen:

Psalm 110:1 en 2
Psalm 139:5 (na de wet)
Psalm 74:3, 5, 12 en 18
Gebed des Heeren : 3
Psalm 86:6

Schriftlezing:

1 Een psalm van Asaf. O God! Heidenen zijn gekomen in Uw erfenis: zij hebben den tempel Uwer heiligheid verontreinigd: zij hebben Jeruzalem tot steenhopen gesteld.
2 Zij hebben de dode lichamen Uwer knechten aan het gevogelte des hemels tot spijs gegeven: het vlees Uwer gunstgenoten aan het gedierte des lands.
3 Zij hebben hun bloed rondom Jeruzalem als water vergoten: en er was niemand, die hen begroef.
4 Wij zijn onzen naburen een smaadheid geworden: een spot en schimp dien, die rondom ons zijn.
5 Hoe lang, HEERE? Zult Gij eeuwiglijk toornen? Zal Uw ijver als vuur branden?
6 Stort Uw grimmigheid uit over de heidenen, die U niet kennen, en over de koninkrijken, die Uw Naam niet aanroepen.
7 Want men heeft Jakob opgegeten, en zij hebben zijn liefelijke woning verwoest.
8 Gedenk ons de vorige misdaden niet: haast U, laat Uw barmhartigheden ons voorkomen: want wij zijn zeer dun geworden.
9 Help ons, o God onzes heils! ter oorzake van de eer Uws Naams: en red ons, en doe verzoening over onze zonden, om Uws Naams wil.
10 Waarom zouden de heidenen zeggen: Waar is hun God? Laat de wraak des vergoten bloeds Uwer knechten onder de heidenen voor onze ogen bekend worden.
11 Laat het gekerm der gevangenen voor Uw aanschijn komen: behoud overig de kinderen des doods, naar de grootheid Uws arms.
12 En geef onze naburen zevenvoudig weder in hun schoot hun smaad, waarmede zij U, o Heere! gesmaad hebben.
13 Zo zullen wij, Uw volk en de schapen Uwer weide, U loven in eeuwigheid, van geslacht tot geslacht: wij zullen Uw roem vertellen.

Naar overzicht