18-07-2004

Datum:
18/07/2004
Predikant:
ds. J. Lohuis
Tekst:
Amos 7 : 7-9

Nog deed Hij mij aldus zien: en ziet, de Heere stond op een muur, die naar het paslood gemaakt was, en een paslood was in Zijn hand. En de HEERE zeide tot mij: Wat ziet gij, Amos? En ik zeide: Een paslood. Toen zeide de HEERE: Zie, Ik zal het paslood stellen in het midden van Mijn volk Israel: Ik zal het voortaan niet meer voorbijgaan. Maar Izaks hoogten zullen verwoest, en Israels eigendommen verstoord worden: en Ik zal tegen Jerobeams huis opstaan met het zwaard.

Punten:

1. Een goddeloos volk
2. Een rechte muur
3. Een keurend paslood
4. Een louterend werk

Zingen:

Psalm 145:6 en 7
Psalm 80:10 (na de wet)
Psalm 147:3 en 10
Psalm 71:14
Psalm 130:2

Schriftlezing:

1 De Heere HEERE deed mij aldus zien: en ziet, Hij formeerde sprinkhanen, in het begin des opkomens van het nagras: en ziet, het was het nagras, na des konings afmaaiingen.
2 En het geschiedde, als zij het kruid des lands geheel zouden hebben afgegeten, dat ik zeide: Heere HEERE! vergeef toch: wie zou er van Jakob blijven staan: want hij is klein!
3 Toen berouwde zulks den HEERE: het zal niet geschieden, zeide de HEERE.
4 Wijders deed mij de Heere HEERE aldus zien: en ziet, de Heere HEERE riep uit, dat Hij wilde twisten met vuur: en het verteerde een groten afgrond, ook verteerde het een stuk lands.
5 Toen zeide ik: Heere HEERE! houd toch op: wie zou er van Jakob blijven staan: want hij is klein!
6 Toen berouwde zulks den HEERE. Ook dit zal niet geschieden, zeide de Heere HEERE.
7 Nog deed Hij mij aldus zien: en ziet, de Heere stond op een muur, die naar het paslood gemaakt was, en een paslood was in Zijn hand.
8 En de HEERE zeide tot mij: Wat ziet gij, Amos? En ik zeide: Een paslood. Toen zeide de HEERE: Zie, Ik zal het paslood stellen in het midden van Mijn volk Israel: Ik zal het voortaan niet meer voorbijgaan.
9 Maar Izaks hoogten zullen verwoest, en Israels eigendommen verstoord worden: en Ik zal tegen Jerobeams huis opstaan met het zwaard.

Naar overzicht