07-03-2004
Vr. 6: Heeft dan God den mens alzo boos en verkeerd geschapen?Antw: Neen Hij: maar God heeft den mens goed, en naar Zijn evenbeeld geschapen, dat is, in ware gerechtigheid en heiligheid,opdat hij God zijn Schepper recht kennen, Hem van harte liefhebben, en met Hem in de eeuwige zaligheid leven zou,om Hem te loven en te prijzen.
1. Een verontschuldiging
2. God vrijgesproken
3. Een opdracht gekregen
Psalm 148:4 en 5
Psalm 32:2 en 3
Psalm 144:2
Psalm 6:2
17 Ik zeg dan dit, en betuig het in den Heere, dat gij niet meer wandelt, gelijk als de andere heidenen wandelen in de ijdelheid huns gemoeds.
18 Verduisterd in het verstand, vervreemd zijnde van het leven Gods, door de onwetendheid, die in hen is, door de verharding huns harten:
19 Welke, ongevoelig geworden zijnde, zichzelven hebben overgegeven tot ontuchtigheid, om alle onreinigheid gieriglijk te bedrijven.
20 Doch gij hebt Christus alzo niet geleerd:
21 Indien gij naar Hem gehoord hebt, en door Hem geleerd zijt, gelijk de waarheid in Jezus is:
22 Te weten dat gij zoudt afleggen, aangaande de vorige wandeling, den ouden mens, die verdorven wordt door de begeerlijkheden der verleiding:
23 En dat gij zoudt vernieuwd worden in den geest uws gemoeds,
24 En den nieuwen mens aandoen, die naar God geschapen is in ware rechtvaardigheid en heiligheid.
25 Daarom legt af de leugen, en spreekt de waarheid, een iegelijk met zijn naaste: want wij zijn elkanders leden.
26 Wordt toornig, en zondigt niet: de zon ga niet onder over uw toornigheid:
27 En geeft den duivel geen plaats.
28 Die gestolen heeft, stele niet meer, maar arbeide liever, werkende dat goed is met de handen, opdat hij hebbe mede te delen dengene, die nood heeft.
29 Geen vuile rede ga uit uw mond, maar zo er enige goede rede is tot nuttige stichting, opdat zij genade geve dien, die dezelve horen.
30 En bedroeft den Heiligen Geest Gods niet, door Welken gij verzegeld zijt tot den dag der verlossing.
31 Alle bitterheid, en toornigheid, en gramschap, en geroep, en lastering zij van u geweerd, met alle boosheid:
32 Maar zijt jegens elkander goedertieren, barmhartig, vergevende elkander, gelijkerwijs ook God in Christus ulieden vergeven heeft.