01-09-2002

Datum:
01/09/2002
Predikant:
ds. J. Lohuis
Tekst:
HC Zondag 25 (b) vr 66 en 67

Vr. 66: Wat zijn Sacramenten?Antw: De Sacramenten zijn heilige zichtbare waartekenen en zegelen, van God ingezet, opdat Hij ons door het gebruik daarvan de belofte des Evangelies des te beter te verstaan geve en verzegele: namelijk, dat Hij ons vanwege het enige slachtoffer van Christus, aan het kruis volbracht, vergeving der zonden en het eeuwige leven uit genade schenkt.Vr. 67: Zijn dan beide, het Woord en de Sacramenten, daarhenen gericht, of daartoe verordend, dat zij ons geloof op de offerande van Jezus Christus aan het kruis, als op den enigen grond onzer zaligheid?Antw: Ja zij toch: want de Heilige Geest leert ons in het Evangelie, en verzekert ons door de Sacramenten, dat onze volkomen zaligheid in de enige offerande van Christus staat, die voor ons aan het kruis geschied is.

Punten:

1. De natuur van de sacramenten
2. De inhoud van de belofte
3. Het doel van het Woord en de sacramenten

Zingen:

Psalm 25:5 en 7
Psalm 40:6 en 8
Psalm 119:25
Psalm 86:8

Schriftlezing:

1 Een psalm van David. Aleph. Tot U, o HEERE! hef ik mijn ziel op.
2 Beth. Mijn God! op U vertrouw ik: laat mij niet beschaamd worden: laat mijn vijanden niet van vreugde opspringen over mij.
3 Gimel. Ja, allen, die U verwachten, zullen niet beschaamd worden: zij zullen beschaamd worden, die trouwelooslijk handelen zonder oorzaak.
4 Daleth. HEERE! maak mij Uw wegen bekend, leer mij Uw paden.
5 He. Vau. Leid mij in Uw waarheid, en leer mij, want Gij zijt de God mijns heils: U verwacht ik den gansen dag.
6 Zain. Gedenk, HEERE! Uwer barmhartigheden en Uwer goedertierenheden, want die zijn van eeuwigheid.
7 Cheth. Gedenk niet der zonden mijner jonkheid, noch mijner overtredingen: gedenk mijner naar Uw goedertierenheid, om Uwer goedheid wil, o HEERE!
8 Teth. De HEERE is goed en recht: daarom zal Hij de zondaars onderwijzen in den weg.
9 Jod. Hij zal de zachtmoedigen leiden in het recht, en Hij zal den zachtmoedigen Zijn weg leren.
10 Caph. Alle paden des HEEREN zijn goedertierenheid en waarheid, dengenen, die Zijn verbond en Zijn getuigenissen bewaren.
11 Lamed. Om Uws Naams wil, HEERE! zo vergeef mijn ongerechtigheid, want die is groot.
12 Mem. Wie is de man, die den HEERE vreest? Hij zal hem onderwijzen in den weg, dien hij zal hebben te verkiezen.
13 Nun. Zijn ziel zal vernachten in het goede, en zijn zaad zal de aarde beerven.
14 Samech. De verborgenheid des HEEREN is voor degenen, die Hem vrezen: en Zijn verbond, om hun die bekend te maken.
15 Ain. Mijn ogen zijn geduriglijk op den HEERE, want Hij zal mijn voeten uit het net uitvoeren.
16 Pe. Wend U tot mij, en wees mij genadig, want ik ben eenzaam en ellendig.
17 Tsade. De benauwdheden mijns harten hebben zich wijd uitgestrekt: voer mij uit mijn noden.
18 Resch. Aanzie mijn ellende, en mijn moeite, en neem weg al mijn zonden.
19 Resch. Aanzie mijn vijanden, want zij vermenigvuldigen, en zij haten mij met een wreveligen haat.
20 Schin. Bewaar mijn ziel, en red mij: laat mij niet beschaamd worden, want ik betrouw op U.
21 Thau. Laat oprechtigheid en vroomheid mij behoeden, want ik verwacht U.
22 O God! verlos Israel uit al zijn benauwdheden.

Naar overzicht