28-07-2024
Een lied Hammaälôth. Als de HEERE de gevangenen Sions wederbracht, waren wij gelijk degenen, die dromen. Toen werd onze mond vervuld met lachen, en onze tong met gejuich; toen zeide men onder de heidenen: De HEERE heeft grote dingen aan dezen gedaan. De HEERE heeft grote dingen bij ons gedaan; dies zijn wij verblijd. O HEERE! wend onze gevangenis, gelijk waterstromen in het zuiden. Die met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien. Die het zaad draagt, dat men zaaien zal, gaat al gaande en wenende; maar voorzeker zal hij met gejuich wederkomen, dragende zijn schoven.
1. Een danklied na geschonken verlossing (vs 1-3)
2. Een gebed om volkomen verlossing (vs 4)
3. Het vertrouwen dat de Heere dat zal schenken (vs 5-6)
Psalm 116:1, 4 en 5
Psalm 142:7 (na de wet)
Psalm 126:1, 2 en 3
Psalm 30:8
Psalm 107:1 en 8
1 Een lied Hammaälôth. Als de HEERE de gevangenen Sions wederbracht, waren wij gelijk degenen, die dromen.
2 Toen werd onze mond vervuld met lachen, en onze tong met gejuich; toen zeide men onder de heidenen: De HEERE heeft grote dingen aan dezen gedaan.
3 De HEERE heeft grote dingen bij ons gedaan; dies zijn wij verblijd.
4 O HEERE! wend onze gevangenis, gelijk waterstromen in het zuiden.
5 Die met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien.
6 Die het zaad draagt, dat men zaaien zal, gaat al gaande en wenende; maar voorzeker zal hij met gejuich wederkomen, dragende zijn schoven.