20-09-2023

Datum:
20/09/2023
Predikant:
ds. J. Lohuis
Bijzonderheden:
Bijbellezing
Tekst:
Exodus 9:6

En de HEERE deed deze zaak des anderen daags; en al het vee der Egyptenaren stierf; maar van het vee der kinderen Israëls stierf niet één.

Punten:

1. Gods Hand (vs 1-3a)
2. Blijkt duidelijk (vs 3b-5)
3. Is slaand en beschermend (vs 6-7)

Zingen:

Psalm 78:2 en 4
Psalm 36:2 (na de geloofsbelijdenis)
Psalm 91:3 en 4
Psalm 118:8
Psalm 121:3

Schriftlezing:

Exodus 9:1-7
1 Daarna zeide de HEERE tot Mozes: Ga in tot Faraö, en spreek tot hem: Alzo zegt de HEERE, de God der Hebreën: Laat Mijn volk trekken, dat het Mij diene.
2 Want zo gij hen weigert te laten trekken, en gij hen nog met geweld ophoudt,
3 Zie, de hand des HEEREN zal zijn over uw vee, dat in het veld is, over de paarden, over de ezelen, over de kemelen, over de runderen, en over het klein vee, door een zeer zware pestilentie.
4 En de HEERE zal een afzondering maken tussen het vee der Israëlieten, en tussen het vee der Egyptenaren, dat er niets sterve van al wat van de kinderen Israëls is.
5 En de HEERE bestemde een zekeren tijd, zeggende: Morgen zal de HEERE deze zaak in dit land doen.
6 En de HEERE deed deze zaak des anderen daags; en al het vee der Egyptenaren stierf; maar van het vee der kinderen Israëls stierf niet één.
7 En Faraö zond er heen, en ziet, van het vee van Israël was niet tot één toe gestorven. Doch het hart van Faraö werd verzwaard, en hij liet het volk niet trekken.

Psalm 118:15-23
15 In de tenten der rechtvaardigen is een stem des gejuichs en des heils; de rechterhand des HEEREN doet krachtige daden.
16 De rechterhand des HEEREN is verhoogd; de rechterhand des HEEREN doet krachtige daden.
17 Ik zal niet sterven, maar leven; en ik zal de werken des HEEREN vertellen.
18 De HEERE heeft mij wel hard gekastijd; maar Hij heeft mij ter dood niet overgegeven.
19 Doet mij de poorten der gerechtigheid open, ik zal daardoor ingaan, ik zal den HEERE loven.
20 Dit is de poort des HEEREN, door dewelke de rechtvaardigen zullen ingaan.
21 Ik zal U loven, omdat Gij mij verhoord hebt, en mij tot heil geweest zijt.
22 De steen, dien de bouwlieden verworpen hadden, is tot een hoofd des hoeks geworden.
23 Dit is van den HEERE geschied, en het is wonderlijk in onze ogen.

Naar overzicht