30-06-2019
Van de verlossing des mensen
Dewijl wij nu aldus in den toorn Gods en in de schaduw des doods, ja, in de hel en verdoemenis liggen, zo is ons Christus, het Licht der wereld, verschenen, en de Zon der gerechtigheid opgegaan; Welke overgeleverd is om onze zonden en opgewekt om onze rechtvaardigmaking; en heeft ons mede levend gemaakt, daar wij dood waren door de misdaden en de zonden; en heeft ons die vergeven, en uitgewist het handschrift dat tegen ons was, in inzettingen bestaande, en datzelve uit het midden weggenomen en aan het kruis genageld; waardoor Hij over al onze vijanden getriomfeerd heeft, als den dood, den duivel, de hel en de verdoemenis der wet, gelijk God door den profeet Hoséa gezegd heeft: Dood, waar is uw prikkel? Hel, waar is uw overwinning? Maar Gode zij dank, Die ons de overwinning geeft door Jezus Christus. Die ook (naar de belofte Gods) den duivel den kop heeft vermorzeld, in wiens macht wij gevangen lagen, door de overtreding der zonden.
1. Het Licht der wereld
2. Een zekere troost
3. De volkomen overwinning
Psalm 116:2 en 3
Psalm 33:9 en 10
Psalm 105:5
Psalm 48:6
Maleáchi 4:1-6
Want ziet, die dag komt, brandende als een oven, dan zullen alle hoogmoedigen, en al wie goddeloosheid doet, een stoppel zijn, en de toekomstige dag zal ze in brand zetten, zegt de HEERE der heirscharen, Die hun noch wortel, noch tak laten zal.
2 Ulieden daarentegen, die Mijn Naam vreest, zal de Zon der gerechtigheid opgaan, en er zal genezing zijn onder Zijn vleugelen; en gij zult uitgaan, en toenemen, als mestkalveren.
3 En gij zult de goddelozen vertreden; want zij zullen as worden onder de zolen uwer voeten, te dien dage, dien Ik maken zal, zegt de HEERE der heirscharen.
4 Gedenk der wet van Mozes, Mijn knecht, die Ik hem bevolen heb op Horeb aan gans Israël, der inzettingen en rechten.
5 Ziet, Ik zende ulieden den profeet Elía, eer dat die grote en die vreselijke dag des HEEREN komen zal.
6 En hij zal het hart der vaderen tot de kinderen wederbrengen, en het hart der kinderen tot hun vaderen; opdat Ik niet kome, en de aarde met den ban sla.
Kolossenzen 2:6-15
6 Gelijk gij dan Christus Jezus, den Heere, hebt aangenomen, wandelt alzo in Hem;
7 Geworteld en opgebouwd in Hem, en bevestigd in het geloof, gelijkerwijs gij geleerd zijt, overvloedig zijnde in hetzelve, met dankzegging.
8 Ziet toe, dat niemand u als een roof vervoere door de filosofie, en ijdele verleiding, naar de overlevering der mensen, naar de eerste beginselen der wereld, en niet naar Christus;
9 Want in Hem woont al de volheid der Godheid lichamelijk;
10 En gij zijt in Hem volmaakt, Die het Hoofd is van alle overheid en macht;
11 In Welken gij ook besneden zijt met een besnijdenis, die zonder handen geschiedt, in de uittrekking van het lichaam der zonden des vleses, door de besnijdenis van Christus;
12 Zijnde met Hem begraven in den doop, in welken gij ook met Hem opgewekt zijt door het geloof der werking Gods, Die Hem uit de doden opgewekt heeft.
13 En Hij heeft u, als gij dood waart in de misdaden, en in de voorhuid uws vleses, mede levend gemaakt met Hem, al uw misdaden u vergevende;
14 Uitgewist hebbende het handschrift, dat tegen ons was, in inzettingen bestaande, hetwelk, zeg ik, enigerwijze ons tegen was, en heeft datzelve uit het midden weggenomen, hetzelve aan het kruis genageld hebbende;
15 En de overheden en de machten uitgetogen hebbende, heeft Hij die in het openbaar tentoongesteld, en heeft door hetzelve over hen getriomfeerd.