07-04-2019

Datum:
07/04/2019
Predikant:
ds. J. Lohuis
Bijzonderheden:
Athanasius 8
Tekst:
Geloofsbelijdenis van Athanasius Artikel 38-44

Die geleden heeft om onze zaligheid, nedergedaald is ter helle, ten derden dage weder is opgestaan van de doden; opgevaren ten hemel, zit ter rechterhand Gods des almachtigen Vaders; en vandaar zal komen om te oordelen de levenden en de doden; bij Wiens komst alle mensen zullen wederopstaan met hun lichamen, en van hun eigen werken rekenschap geven, en die goed gedaan hebben, zullen in het eeuwige leven gaan, maar die kwaad gedaan hebben, in het eeuwige vuur. Dit is het algemeen geloof; hetwelk, indien iemand het niet getrouw en vast gelooft, die zal niet kunnen zalig worden.

Punten:

1. Christus vernederd en verhoogd (vs 38-39)
2. Christus komt terug om te oordelen (vs 40-43)
3. Wat dunkt u van de Christus? (vs 44)

Zingen:

Psalm 22:1 en 7
Psalm 108:1 (na de geloofsbelijdenis)
Psalm 21:4, 5 en 13
Psalm 47:3
Psalm 98:4

Schriftlezing:

Efeze 2:1-10
1 En u heeft Hij mede levend gemaakt, daar gij dood waart door de misdaden en de zonden;
2 In welke gij eertijds gewandeld hebt, naar de eeuw dezer wereld, naar den overste van de macht der lucht, van den geest, die nu werkt in de kinderen der ongehoorzaamheid;
3 Onder dewelke ook wij allen eertijds verkeerd hebben in de begeerlijkheden onzes vleses, doende den wil des vleses en der gedachten; en wij waren van nature kinderen des toorns, gelijk ook de anderen;
4 Maar God, Die rijk is in barmhartigheid door Zijn grote liefde, waarmede Hij ons liefgehad heeft,
5 Ook toen wij dood waren door de misdaden, heeft ons levend gemaakt met Christus; (uit genade zijt gij zalig geworden)
6 En heeft ons mede opgewekt, en heeft ons mede gezet in den hemel in Christus Jezus;
7 Opdat Hij zou betonen in de toekomende eeuwen den uitnemenden rijkdom Zijner genade, door de goedertierenheid over ons in Christus Jezus.
8 Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof; en dat niet uit u, het is Gods gave;
9 Niet uit de werken, opdat niemand roeme.
10 Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus tot goede werken, welke God voorbereid heeft, opdat wij in dezelve zouden wandelen.

Openbaring 20:11-15
11 En ik zag een groten witten troon, en Dengene, Die daarop zat, van Wiens aangezicht de aarde en de hemel wegvloden, en geen plaats is voor die gevonden.
12 En ik zag de doden, klein en groot, staande voor God; en de boeken werden geopend; en een ander boek werd geopend, dat des levens is; en de doden werden geoordeeld uit hetgeen in de boeken geschreven was, naar hun werken.
13 En de zee gaf de doden, die in haar waren; en de dood en de hel gaven de doden, die in hen waren; en zij werden geoordeeld, een iegelijk naar hun werken.
14 En de dood en de hel werden geworpen in den poel des vuurs; dit is de tweede dood.
15 En zo iemand niet gevonden werd geschreven in het boek des levens, die werd geworpen in den poel des vuurs.

Openbaring 21:1-4
1 En ik zag een nieuwen hemel en een nieuwe aarde; want de eerste hemel, en de eerste aarde was voorbijgegaan, en de zee was niet meer.
2 En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, nederdalende van God uit den hemel, toebereid als een bruid, die voor haar man versierd is.
3 En ik hoorde een grote stem uit den hemel, zeggende: Ziet, de tabernakel Gods is bij de mensen, en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen en hun God zijn.
4 En God zal alle tranen van hun ogen afwissen; en de dood zal niet meer zijn; noch rouw, noch gekrijt, noch moeite zal meer zijn; want de eerste dingen zijn weggegaan.

Naar overzicht