25-12-2018

Datum:
25/12/2018
Predikant:
ds. J. Lohuis
Bijzonderheden:
Eerste Kerstdag
Tekst:
Lukas 2 : 6-7a en Galaten 4:4-5

En het geschiedde, als zij daar waren, dat de dagen vervuld werden, dat zij baren zoude. En zij baarde haar eerstgeboren Zoon
Maar wanneer de volheid des tijds gekomen is, heeft God Zijn Zoon uitgezonden, geworden uit een vrouw, geworden onder de wet; Opdat Hij degenen, die onder de wet waren, verlossen zou, en opdat wij de aanneming tot kinderen verkrijgen zouden.

Punten:

1. Op Gods tijd
2. Stuurt Hij Zijn Zoon
3. Om te verlossen

Zingen:

Psalm 118:13 en 14
Psalm 48:6 (na de geloofsbelijdenis)
Psalm 98:2 en 4
Psalm 68:2

Schriftlezing:

Lukas 2:1-7
1 En het geschiedde in diezelfde dagen, dat er een gebod uitging van den keizer Augustus, dat de gehele wereld beschreven zou worden.
2 Deze eerste beschrijving geschiedde, als Cyrénius over Syrië stadhouder was.
3 En zij gingen allen om beschreven te worden, een iegelijk naar zijn eigen stad.
4 En Jozef ging ook op van Galiléa, uit de stad Názareth, naar Judéa, tot de stad Davids, die Bethlehem genaamd wordt, (omdat hij uit het huis en geslacht van David was);
5 Om beschreven te worden met Maria, zijn ondertrouwde vrouw, welke bevrucht was.
6 En het geschiedde, als zij daar waren, dat de dagen vervuld werden, dat zij baren zoude.
7 En zij baarde haar eerstgeboren Zoon, en wond Hem in doeken, en legde Hem neder in de kribbe, omdat voor henlieden geen plaats was in de herberg.

Galaten 4:1-7
1. Doch ik zeg, zo langen tijd als de erfgenaam een kind is, zo verschilt hij niets van een dienstknecht, hoewel hij een heer is van alles;
2 Maar hij is onder voogden en verzorgers, tot den tijd van den vader te voren gesteld.
3 Alzo wij ook, toen wij kinderen waren, zo waren wij dienstbaar gemaakt onder de eerste beginselen der wereld.
4 Maar wanneer de volheid des tijds gekomen is, heeft God Zijn Zoon uitgezonden, geworden uit een vrouw, geworden onder de wet;
5 Opdat Hij degenen, die onder de wet waren, verlossen zou, en opdat wij de aanneming tot kinderen verkrijgen zouden.
6 En overmits gij kinderen zijt, zo heeft God den Geest Zijns Zoons uitgezonden in uw harten, Die roept: Abba, Vader!
7 Zo dan, gij zijt niet meer een dienstknecht, maar een zoon: en indien gij een zoon zijt, zo zijt gij ook een erfgenaam Gods door Christus.

Naar overzicht