21-10-2018

Datum:
21/10/2018
Predikant:
ds. J. Lohuis
Thema:
Uw koninkrijk kome is een gebed om
Tekst:
HC Zondag 48:(a)

Vr. 123: Welke is de tweede bede?
Antw: Uw koninkrijk kome. Dat is: Regeer ons alzo door uw Woord en uw Geest, dat wij ons hoe langer hoe meer aan U onderwerpen; bewaar en vermeerder uw kerk; verstoor de werken des duivels en alle geweld, dat zich tegen U verheft, mitsgaders alle boze raadslagen, die tegen uw Heilig Woord bedacht worden; totdat de volkomenheid uws Rijks kome, waarin Gij alles zult zijn in allen.

Punten:

1. Onderwerping
2. Voortgang
3. Verstoring
4. Overwinning

Zingen:

Psalm 119:17 en 18
Psalm 108:1 (na de geloofsbelijdenis)
Psalm 68:1 en 11
Gebed des Heeren : 3
Psalm 79:4

Schriftlezing:

Openbaring 18:21-24
21 En een sterke engel hief een steen op als een groten molensteen, en wierp dien in de zee, zeggende: Aldus zal de grote stad Babylon met geweld geworpen worden, en zal niet meer gevonden worden.
22 En de stem der citerspelers, en der zangers, en der fluiters, en der bazuiners, zal niet meer in u gehoord worden; en geen kunstenaar van enige kunst zal meer in u gevonden worden; en geen geluid des molens zal in u meer gehoord worden.
23 En het licht der kaars zal in u niet meer schijnen; en de stem eens bruidegoms en ener bruid zal in u niet meer gehoord worden; want uw kooplieden waren de groten der aarde, want door uw toverij zijn alle volken verleid geweest.
24 En in dezelve is gevonden het bloed der profeten en der heiligen, en al dergenen, die gedood zijn op de aarde.

Openbaring 21:1-8
1 En ik zag een nieuwen hemel en een nieuwe aarde; want de eerste hemel, en de eerste aarde was voorbijgegaan, en de zee was niet meer.
2 En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, nederdalende van God uit den hemel, toebereid als een bruid, die voor haar man versierd is.
3 En ik hoorde een grote stem uit den hemel, zeggende: Ziet, de tabernakel Gods is bij de mensen, en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen en hun God zijn.
4 En God zal alle tranen van hun ogen afwissen; en de dood zal niet meer zijn; noch rouw, noch gekrijt, noch moeite zal meer zijn; want de eerste dingen zijn weggegaan.
5 En Die op den troon zat, zeide: Ziet, Ik maak alle dingen nieuw. En Hij zeide tot mij: Schrijf, want deze woorden zijn waarachtig en getrouw.
6 En Hij sprak tot mij: Het is geschied. Ik ben de Alfa en de Oméga, het Begin en het Einde. Ik zal den dorstige geven uit de fontein van het water des levens voor niet.
7 Die overwint, zal alles beërven; en Ik zal hem een God zijn, en hij zal Mij een zoon zijn.
8 Maar den vreesachtigen, en ongelovigen, en gruwelijken, en doodslagers, en hoereerders, en tovenaars, en afgodendienaars, en al den leugenaars, is hun deel in den poel, die daar brandt van vuur en sulfer; hetwelk is de tweede dood.

Naar overzicht