10-06-2018

Datum:
10/06/2018
Predikant:
ds. J. Lohuis
Bijzonderheden:
Nabetrachting Heilig Avondmaal
Tekst:
Handelingen 15:19-21 en 28-29

Daarom oordeel ik, dat men degenen, die uit de heidenen zich tot God bekeren, niet beroere; Maar hun zal aanschrijven, dat zij zich onthouden van de dingen, die door de afgoden besmet zijn, en van hoererij, en van het verstikte, en van bloed. Want Mozes heeft er van oude tijden in elke stad, die hem prediken, en hij wordt op elken sabbat in de synagogen gelezen.
Want het heeft den Heiligen Geest en ons goed gedacht, ulieden geen meerderen last op te leggen dan deze noodzakelijke dingen: Namelijk, dat gij u onthoudt van hetgeen den afgoden geofferd is, en van bloed, en van het verstikte, en van hoererij; van welke dingen, indien gij uzelven wacht, zo zult gij weldoen. Vaart wel.

Punten:

1. De voortzetting van de synode (vs 19)
2. Het besluit van de synode (vs 20, 28 en 29a)
3. De motivatie van de synode (vs 21)
4. De gezindheid van de synode (vs 29b)

Zingen:

Psalm 133:1 en 2
Psalm 68:16 (na de geloofsbelijdenis)
Psalm 67:1 en 2
Psalm 103:7
Psalm 133:3

Schriftlezing:

12 En al de menigte zweeg stil, en zij hoorden Bárnabas en Paulus verhalen, wat grote tekenen en wonderen God door hen onder de heidenen gedaan had.
13 En nadat deze zwegen, antwoordde Jakobus, zeggende: Mannen broeders, hoort mij.
14 Simeon heeft verhaald hoe God eerst de heidenen heeft bezocht, om uit hen een volk aan te nemen door Zijn Naam.
15 En hiermede stemmen overeen de woorden der profeten, gelijk geschreven is:
16 Na dezen zal Ik wederkeren, en weder opbouwen de tabernakel van David, die vervallen is, en hetgeen daarvan verbroken is, weder opbouwen, en Ik zal denzelven weder oprichten.
17 Opdat de overblijvende mensen den Heere zoeken, en al de heidenen, over welken Mijn Naam aangeroepen is, spreekt de Heere, Die dit alles doet.
18 Gode zijn al Zijn werken van eeuwigheid bekend.
19 Daarom oordeel ik, dat men degenen, die uit de heidenen zich tot God bekeren, niet beroere;
20 Maar hun zal aanschrijven, dat zij zich onthouden van de dingen, die door de afgoden besmet zijn, en van hoererij, en van het verstikte, en van bloed.
21 Want Mozes heeft er van oude tijden in elke stad, die hem prediken, en hij wordt op elken sabbat in de synagogen gelezen.
22 Toen heeft het den apostelen en den ouderlingen, met de gehele Gemeente, goed gedacht, enige mannen uit zich te verkiezen, en met Paulus en Bárnabas te zenden naar Antiochíë: namelijk Judas, die toegenaamd wordt Bársabas, en Silas, mannen, die voorgangers waren onder de broeders.
23 En zij schreven door hen dit navolgende: De apostelen, en de ouderlingen, en de broeders wensen den broederen uit de heidenen, die in Antiochíë, en Syrië, en Cilícië zijn, zaligheid.
24 Nademaal wij gehoord hebben, dat sommigen, die van ons uitgegaan zijn, u met woorden ontroerd hebben en uw zielen wankelende gemaakt, zeggende, dat gij moet besneden worden, en de wet onderhouden; welken wij dat niet bevolen hadden;
25 Zo heeft het ons eendrachtelijk te zamen zijnde, goed gedacht, enige mannen te verkiezen, en tot u te zenden, met onze geliefden, Bárnabas en Paulus.
26 Mensen, die hun zielen overgegeven hebben voor den Naam van onzen Heere Jezus Christus.
27 Wij hebben dan Judas en Silas gezonden, die ook met den mond hetzelfde zullen verkondigen.
28 Want het heeft den Heiligen Geest en ons goed gedacht, ulieden geen meerderen last op te leggen dan deze noodzakelijke dingen:
29 Namelijk, dat gij u onthoudt van hetgeen den afgoden geofferd is, en van bloed, en van het verstikte, en van hoererij; van welke dingen, indien gij uzelven wacht, zo zult gij weldoen. Vaart wel.

Naar overzicht