18-06-2017

Datum:
18/06/2017
Predikant:
ds. J. Lohuis
Thema:
Het Koninkrijk der hemelen
Tekst:
HC Zondag 31:(a)

Vr. 83: Wat zijn de Sleutelen des hemelrijks?
Antw: De verkondiging des Heiligen Evangelies en de Christelijke ban of uitsluiting uit de Christelijke gemeente, door welke twee stukken het hemelrijk den gelovigen opengedaan, en den ongelovigen toegesloten wordt.

Punten:

1. De Vader zit op de troon
2. Dat rijk is in Christus nabij gekomen
3. Christus heeft de sleutels
4. Christus geeft die sleutels aan Zijn kerk

Zingen:

Psalm 99:1 en 2
Psalm 100:1 (na de geloofsbelijdenis)
Gebed des Heeren : 1, 2 en 3
Psalm 80:11
Psalm 79:4

Schriftlezing:

Matthéüs 16:13-19
13 Als nu Jezus gekomen was in de delen van Cesarea Filippi, vraagde Hij Zijn discipelen, zeggende: Wie zeggen de mensen, dat Ik, de Zoon des mensen, ben?
14 En zij zeiden: Sommigen: Johannes de Doper; en anderen: Elias; en anderen: Jeremia of een van de profeten.
15 Hij zeide tot hen: Maar gij, wie zegt gij, dat Ik ben?
16 En Simon Petrus, antwoordende, zeide: Gij zijt de Christus, de Zoon des levenden Gods.
17 En Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Zalig zijt gij, Simon, Bar jona! want vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader, Die in de hemelen is.
18 En Ik zeg u ook, dat gij zijt Petrus, en op deze petra zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten der hel zullen dezelve niet overweldigen.
19 En Ik zal u geven de sleutelen van het Koninkrijk der hemelen; en zo wat gij zult binden op de aarde, zal in de hemelen gebonden zijn; en zo wat gij ontbinden zult op de aarde, zal in de hemelen ontbonden zijn.

Johannes 20:19-23
19 Als het dan avond was, op denzelven eersten dag der week, en als de deuren gesloten waren, waar de discipelen vergaderd waren om de vreze der Joden, kwam Jezus en stond in het midden, en zeide tot hen: Vrede zij ulieden!
20 En dit gezegd hebbende, toonde Hij hun Zijn handen en Zijn zijde. De discipelen dan werden verblijd, als zij den Heere zagen.
21 Jezus dan zeide wederom tot hen: Vrede zij ulieden, gelijkerwijs Mij de Vader gezonden heeft, zende Ik ook ulieden.
22 En als Hij dit gezegd had, blies Hij op hen, en zeide tot hen: Ontvangt den Heiligen Geest.
23 Zo gij iemands zonden vergeeft, dien worden zij vergeven; zo gij iemands zonden houdt, dien zijn zij gehouden.

Naar overzicht