16-03-2016

Datum:
16/03/2016
Predikant:
ds. J. Lohuis
Bijzonderheden:
Bijbellezing - Bileam 6
Tekst:
Numeri 24:2

Als Bíleam zijn ogen ophief, en Israël zag, wonende naar zijn stammen, zo was de Geest van God op hem.

Punten:

1. Een teleurgestelde Balak (vs 25-30)
2. Een andere Bileam (vs 1-4)
3. Een gelukkig Israël (vs 5-9)

Zingen:

Psalm 75:3 en 4
Psalm 3:4 (na de geloofsbelijdenis)
Psalm 68:4 en 5
Psalm 1:2
Psalm 133:1

Schriftlezing:

Numeri 23:25-30
25 Toen zeide Balak tot Bíleam: Gij zult het ganselijk noch vloeken, noch geenszins zegenen.
26 Doch Bíleam antwoordde en zeide tot Balak: Heb ik niet tot u gesproken, zeggende: Al wat de HEERE spreken zal, dat zal ik doen?
27 Verder zeide Balak tot Bíleam: Kom toch, ik zal u aan een andere plaats medenemen; misschien zal het recht zijn in de ogen van dien God, dat gij het mij van daar vervloekt.
28 Toen nam Balak Bíleam mede tot de hoogte van Peor, die tegen de woestijn ziet.
29 En Bíleam zeide tot Balak: Bouw mij hier zeven altaren, en bereid mij hier zeven varren en zeven rammen.
30 Balak nu deed, gelijk als Bíleam gezegd had; en hij offerde een var en een ram op elk altaar.

Numeri 24:1-9
1 Toen Bíleam zag, dat het goed was in de ogen des HEEREN, dat hij Israël zegende, zo ging hij ditmaal niet heen, gelijk meermalen, tot de toverijen; maar hij stelde zijn aangezicht naar de woestijn.
2 Als Bíleam zijn ogen ophief, en Israël zag, wonende naar zijn stammen, zo was de Geest van God op hem.
3 En hij hief zijn spreuk op, en zeide: Bíleam, de zoon van Beor, spreekt, en de man, wien de ogen geopend zijn, spreekt!
4 De hoorder der redenen Gods spreekt, die het gezicht des Almachtigen ziet; die verrukt wordt, en wien de ogen ontdekt worden!
5 Hoe goed zijn uw tenten, Jakob! uw woningen, Israël!
6 Gelijk de beken breiden zij zich uit, als de hoven aan de rivieren; de HEERE heeft ze geplant, als de sandelbomen, als de cederbomen aan het water.
7 Er zal water uit zijn emmeren vloeien, en zijn zaad zal in vele wateren zijn; en zijn koning zal boven Agag verheven worden, en zijn koninkrijk zal verhoogd worden.
8 God heeft hem uit Egypte uitgevoerd; zijn krachten zijn als van een eenhoorn; hij zal de heidenen, zijn vijanden, verteren, en hun gebeente breken, en met zijn pijlen doorschieten.
9 Hij heeft zich gekromd, hij heeft zich nedergelegd, gelijk een leeuw, en als een oude leeuw; wie zal hem doen opstaan? Zo wie u zegent, die zij gezegend, en vervloekt zij, wie u vervloekt!

Naar overzicht