07-02-2016

Datum:
07/02/2016
Predikant:
ds. J. Lohuis
Tekst:
Mattheus 5:13

Gij zijt het zout der aarde: indien nu het zout smakeloos wordt, waarmede zal het gezouten worden? Het deugt nergens meer toe, dan om buiten geworpen, en van de mensen vertreden te worden.

Punten:

“1. De tekst veronderstelt genade
2. Wijst op een roeping
3. Heeft een waarschuwing”

Zingen:

“Psalm 106:2 en 3
Psalm 39:5 (na de wet)
Psalm 19:4 en 5
Psalm 119:88
Psalm 105:3″

Schriftlezing:

“Markus 9:43-50
43 En indien uw hand u ergert, houwt ze af: het is u beter verminkt tot het leven in te gaan, dan de twee handen hebbende, heen te gaan in de hel, in het onuitblusselijk vuur:
44 Waar hun worm niet sterft, en het vuur niet uitgeblust wordt.
45 En indien uw voet u ergert, houwt hem af: het is u beter kreupel tot het leven in te gaan, dan de twee voeten hebbende, geworpen te worden in de hel, in het onuitblusselijk vuur:
46 Waar hun worm niet sterft, en het vuur niet uitgeblust wordt.
47 En indien uw oog u ergert, werpt het uit: het is u beter maar een oog hebbende in het Koninkrijk Gods in te gaan, dan twee ogen hebbende, in het helse vuur geworpen te worden:
48 Waar hun worm niet sterft, en het vuur niet uitgeblust wordt.
49 Want een ieder zal met vuur gezouten worden, en iedere offerande zal met zout gezouten worden.
50 Het zout is goed: maar indien het zout onzout wordt, waarmede zult gij dat smakelijk maken? Hebt zout in uzelven, en houdt vrede onder elkander.
Mattheus 5:1-13
1 En Jezus, de schare ziende, is geklommen op een berg, en als Hij nedergezeten was, kwamen Zijn discipelen tot Hem.
2 En Zijn mond geopend hebbende, leerde Hij hen, zeggende:
3 Zalig zijn de armen van geest: want hunner is het Koninkrijk der hemelen.
4 Zalig zijn die treuren: want zij zullen vertroost worden.
5 Zalig zijn de zachtmoedigen: want zij zullen het aardrijk beerven.
6 Zalig zijn die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid: want zij zullen verzadigd worden.
7 Zalig zijn de barmhartigen: want hun zal barmhartigheid geschieden.
8 Zalig zijn de reinen van hart: want zij zullen God zien.
9 Zalig zijn de vreedzamen: want zij zullen Gods kinderen genaamd worden.
10 Zalig zijn die vervolgd worden om der gerechtigheid wil: want hunner is het Koninkrijk der hemelen.
11 Zalig zijt gij, als u de mensen smaden, en vervolgen, en liegende alle kwaad tegen u spreken, om Mijnentwil.
12 Verblijdt en verheugt u: want uw loon is groot in de hemelen: want alzo hebben zij vervolgd de profeten, die voor u geweest zijn.
13 Gij zijt het zout der aarde: indien nu het zout smakeloos wordt, waarmede zal het gezouten worden? Het deugt nergens meer toe, dan om buiten geworpen, en van de mensen vertreden te worden.”

Naar overzicht