31-01-2016
De koningin van het zuiden zal opstaan in het oordeel met dit geslacht, en hetzelve veroordelen: want zij is gekomen van de einden der aarde, om te horen de wijsheid van Salomo: en ziet, meer dan Salomo is hier!
“1. Waarom is hij meer dan Salomo?
2. Waarom moeten wij tot Hem komen?
3. Wie ons zal oordelen als we niet komen”
“Psalm 45:1 en 2
Psalm 97:1 (na de wet)
Psalm 89:12, 13 en 14
Psalm 98:4
Psalm 96:1″
“1 Koningen 10:1-10
1 En toen de koningin van Scheba het gerucht van Salomo hoorde, aangaande den Naam des HEEREN, kwam zij, om hem met raadselen te verzoeken.
2 En zij kwam te Jeruzalem, met een zeer zwaar heir, met kemelen, dragende specerijen, en zeer veel gouds, en kostelijk gesteente: en zij kwam tot Salomo, en sprak tot hem al wat in haar hart was.
3 En Salomo verklaarde haar al haar woorden: geen ding was er verborgen voor den koning, dat hij haar niet verklaarde.
4 Als nu de koningin van Scheba zag al de wijsheid van Salomo, en het huis, hetwelk hij gebouwd had,
5 En de spijze zijner tafel, en het zitten zijner knechten, en het staan zijner dienaren, en hun kledingen, en zijn schenkers, en zijn opgang, waardoor hij henen opging in het huis des HEEREN, zo was in haar geen geest meer.
6 En zij zeide tot den koning: Het woord is waarheid geweest, dat ik in mijn land gehoord heb, van uw zaken en van uw wijsheid.
7 Ik heb die woorden niet geloofd, totdat ik gekomen ben, en mijn ogen dat gezien hebben: en zie, de helft is mij niet aangezegd: gij hebt met wijsheid, en goed overtroffen het gerucht, dat ik gehoord heb.
8 Welgelukzalig zijn uw mannen, welgelukzalig deze uw knechten, die gedurig voor uw aangezicht staan, die uw wijsheid horen!
9 Geloofd zij de HEERE, uw God, Die behagen in u heeft gehad, om u op den troon van Israel te zetten! Omdat de HEERE Israel in eeuwigheid bemint, daarom heeft Hij u tot koning gesteld, om recht en gerechtigheid te doen.
10 En zij gaf den koning honderd en twintig talenten gouds, en zeer veel specerijen, en kostelijk gesteente: als deze specerij, die de koningin van Scheba den koning Salomo gaf, is er nooit meer in menigte gekomen.
Mattheus 12:30-42
30 Wie met Mij niet is, die is tegen Mij: en wie met Mij niet vergadert, die verstrooit.
31 Daarom zeg Ik u: Alle zonde en lastering zal den mensen vergeven worden: maar de lastering tegen den Geest zal den mensen niet vergeven worden.
32 En zo wie enig woord gesproken zal hebben tegen den Zoon des mensen, het zal hem vergeven worden: maar zo wie tegen den Heiligen Geest zal gesproken hebben, het zal hem niet vergeven worden, noch in deze eeuw, noch in de toekomende.
33 Of maakt den boom goed en zijn vrucht goed: of maakt den boom kwaad en zijn vrucht kwaad: want uit de vrucht wordt de boom gekend.
34 Gij adderengebroedsels! hoe kunt gij goede dingen spreken, daar gij boos zijt? want uit den overvloed des harten spreekt de mond.
35 De goede mens brengt goede dingen voort uit den goede schat des harten, en de boze mens brengt boze dingen voort uit den boze schat.
36 Maar Ik zeg u, dat van elk ijdel woord, hetwelk de mensen zullen gesproken hebben, zij van hetzelve zullen rekenschap geven in den dag des oordeels.
37 Want uit uw woorden zult gij gerechtvaardigd worden, en uit uw woorden zult gij veroordeeld worden.
38 Toen antwoordden sommigen der Schriftgeleerden en Farizeen, zeggende: Meester, wij wilden van U wel een teken zien.
39 Maar Hij antwoordde en zeide tot hen: Het boos en overspelig geslacht verzoekt een teken: en hun zal geen teken gegeven worden, dan het teken van Jonas, den profeet.
40 Want gelijk Jonas drie dagen en drie nachten was in den buik van den walvis, alzo zal de Zoon des mensen drie dagen en drie nachten wezen in het hart der aarde.
41 De mannen van Nineve zullen opstaan in het oordeel met dit geslacht, en zullen hetzelve veroordelen: want zij hebben zich bekeerd op de prediking van Jonas: en ziet, meer dan Jonas is hier!
42 De koningin van het zuiden zal opstaan in het oordeel met dit geslacht, en hetzelve veroordelen: want zij is gekomen van de einden der aarde, om te horen de wijsheid van Salomo: en ziet, meer dan Salomo is hier!”