15-11-2015

Datum:
15/11/2015
Predikant:
ds. J. Lohuis
Tekst:
HC Zondag 11:(a)

Vr. 29: Waarom wordt de Zone Gods Jezus, dat is, Zaligmaker, genoend?Antw: Omdat Hij ons zalig maakt en van al onze zonden verlost: daarbenevens,dat bij niemand anders enige zaligheid te zoeken of te vinden is.Vr. 30: Geloven dan die ook aan den enigen Zaligmaker Jezus, die hun zaligheid en welvaart bij de heiligen, bij zichzelf,of ergens elders zoeken?Antw: Neen zij: maar zij verloochenen met de daad den enigen Heiland en Zaligmaker Jezus, ofschoon zij met den mond in Hem roemen: want van tweeen een: of Jezus moet geen volkomen Zaligmaker zijn, of die dezen Zaligmaker met waar geloof aannemen, moeten alles in Hem hebben, dat tot hun zaligheid van node is.

Punten:

1. Jezus de roepnaam
2. Jezus de Zaligmaker
3. Jezus alleen

Zingen:

Psalm 72:1 en 7
Psalm 4:4 (na de geloofsbelijdenis)
Psalm 32:1 en 3
Lofzang van Maria : 3
Psalm 118:10

Schriftlezing:

Hooglied 1:1-17
1 Het Hooglied, hetwelk van Salomo is.
2 Hij kusse mij met de kussen Zijns monds: want Uw uitnemende liefde is beter dan wijn.
3 Uw olien zijn goed tot reuk: Uw naam is een olie, die uitgestort wordt: daarom hebben U de maagden lief.
4 Trek mij, wij zullen U nalopen! De Koning heeft mij gebracht in Zijn binnenkameren: wij zullen ons verheugen en in U verblijden: wij zullen Uw uitnemende liefde vermelden, meer dan den wijn: de oprechten hebben U lief.
5 Ik ben zwart, doch liefelijk (gij dochteren van Jeruzalem!), gelijk de tenten van Kedar, gelijk de gordijnen van Salomo.
6 Ziet mij niet aan, dat ik zwartachtig ben, omdat mij de zon heeft beschenen: de kinderen mijner moeder waren tegen mij ontstoken: zij hebben mij gezet tot een hoederin der wijngaarden. Mijn wijngaard, dien ik heb, heb ik niet gehoed.
7 Zeg mij aan, Gij, Dien mijn ziel liefheeft, waar Gij weidt, waar Gij de kudde legert in den middag: want waarom zou ik zijn als een, die zich bedekt bij de kudden Uwer metgezellen?
8 Indien gij het niet weet, o gij schoonste onder de vrouwen! zo ga uit op de voetstappen der schapen, en weid uw geiten bij de woningen der herderen.
9 Mijn vriendin! Ik vergelijk u bij de paarden aan de wagens van Farao.
10 Uw wangen zijn liefelijk in de spangen, uw hals in de parelsnoeren.
11 Wij zullen u gouden spangen maken, met zilveren stipjes.
12 Terwijl de Koning aan Zijn ronde tafel is, geeft mijn nardus zijn reuk.
13 Mijn Liefste is mij een bundeltje mirre, dat tussen mijn borsten vernacht.
14 Mijn Liefste is mij een tros van Cyprus, in de wijngaarden van En gedi.
15 Zie, gij zijt schoon, Mijn vriendin! Zie, gij zijt schoon: uw ogen zijn duivenogen.
16 Zie, gij zijt schoon, mijn Liefste, ja, liefelijk: ook groent onze bedstede.
17 De balken onzer huizen zijn cederen, onze galerijen zijn cypressen.
Mattheus 1:18-25
18 De geboorte van Jezus Christus was nu aldus: want als Maria, Zijn moeder, met Jozef ondertrouwd was, eer zij samengekomen waren, werd zij zwanger bevonden uit den Heiligen Geest.
19 Jozef nu, haar man, alzo hij rechtvaardig was, en haar niet wilde openbaarlijk te schande maken, was van wil haar heimelijk te verlaten.
20 En alzo hij deze dingen in den zin had, ziet, de engel des Heeren verscheen hem in den droom, zeggende: Jozef, gij zone Davids! wees niet bevreesd Maria, uw vrouw, tot u te nemen: want hetgeen in haar ontvangen is, dat is uit den Heiligen Geest:
21 En zij zal een Zoon baren, en gij zult Zijn naam heten JEZUS: want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden.
22 En dit alles is geschied, opdat vervuld zou worden, hetgeen van den Heere gesproken is, door den profeet, zeggende:
23 Ziet, de maagd zal zwanger worden, en een Zoon baren, en gij zult Zijn naam heten Emmanuel: hetwelk is, overgezet zijnde, God met ons.
24 Jozef dan, opgewekt zijnde van den slaap, deed, gelijk de engel des Heeren hem bevolen had, en heeft zijn vrouw tot zich genomen:
25 En bekende haar niet, totdat zij dezen haar eerstgeboren Zoon gebaard had: en heette Zijn naam JEZUS.

Naar overzicht