25-12-2014

Datum:
25/12/2014
Predikant:
ds. J. Lohuis
Bijzonderheden:
Eerste Kerstdag
Tekst:
Lukas 2 : 7a

En zij baarde haar eerstgeboren Zoon

Punten:

1. Christus is geboren
2. Hij is op tijd geboren
3. Hij is plaatsvervangend geboren
4. Hij is verwacht geboren

Zingen:

Psalm 98:2 en 4
Lofzang van Maria : 7 (na de geloofsbelijdenis)
Psalm 40:3 en 4
Psalm 132:12
Psalm 76:2

Schriftlezing:

1 En het geschiedde in diezelfde dagen, dat er een gebod uitging van den keizer Augustus, dat de gehele wereld beschreven zou worden.
2 Deze eerste beschrijving geschiedde, als Cyrenius over Syrie stadhouder was.
3 En zij gingen allen om beschreven te worden, een iegelijk naar zijn eigen stad.
4 En Jozef ging ook op van Galilea, uit de stad Nazareth, naar Judea, tot de stad Davids, die Bethlehem genaamd wordt, (omdat hij uit het huis en geslacht van David was):
5 Om beschreven te worden met Maria, zijn ondertrouwde vrouw, welke bevrucht was.
6 En het geschiedde, als zij daar waren, dat de dagen vervuld werden, dat zij baren zoude.
7 En zij baarde haar eerstgeboren Zoon, en wond Hem in doeken, en legde Hem neder in de kribbe, omdat voor henlieden geen plaats was in de herberg.
Openbaring 12:1-6
1 En er werd een groot teken gezien in den hemel: namelijk een vrouw, bekleed met de zon: en de maan was onder haar voeten, en op haar hoofd een kroon van twaalf sterren:
2 En zij was zwanger, en riep, barensnood hebbende, en zijnde in pijn om te baren.
3 En er werd een ander teken gezien in den hemel: en ziet, er was een grote rode draak, hebbende zeven hoofden, en tien hoornen, en op zijn hoofden zeven koninklijke hoeden.
4 En zijn staart trok het derde deel der sterren des hemels, en wierp die op de aarde. En de draak stond voor de vrouw, die baren zou, opdat hij haar kind zou verslinden, wanneer zij het zou gebaard hebben.
5 En zij baarde een mannelijken zoon, die al de heidenen zou hoeden met een ijzeren roede: en haar kind werd weggerukt tot God en Zijn troon.
6 En de vrouw vluchtte in de woestijn, alwaar zij een plaats had, haar van God bereid, opdat zij haar aldaar zouden voeden duizend tweehonderd zestig dagen.

Naar overzicht