03-12-2014
Toen ik zweeg, werden mijn beenderen verouderd, in mijn brullen den gansen dag.Want Uw hand was dag en nacht zwaar op mij: mijn sap werd veranderd in zomerdroogten. Sela. Mijn zonde maakte ik U bekend, en mijn ongerechtigheid bedekte ik niet. Ik zeide: Ik zal belijdenis van mijn overtredingen doen voor den HEERE: en Gij vergaaft de ongerechtigheid mijner zonde. Sela.
1. Verzwegen schuld
2. Beleden schuld
3. Vergeven schuld
Lofzang van Zacharias : 4 en 5
Psalm 130:2 (na de geloofsbelijdenis)
Psalm 32:2 en 3
Psalm 85:1
Psalm 99:7
1 Een onderwijzing van David. Welgelukzalig is hij, wiens overtreding vergeven, wiens zonde bedekt is.
2 Welgelukzalig is de mens, dien de HEERE de ongerechtigheid niet toerekent, en in wiens geest geen bedrog is.
3 Toen ik zweeg, werden mijn beenderen verouderd, in mijn brullen den gansen dag.
4 Want Uw hand was dag en nacht zwaar op mij: mijn sap werd veranderd in zomerdroogten. Sela.
5 Mijn zonde maakte ik U bekend, en mijn ongerechtigheid bedekte ik niet. Ik zeide: Ik zal belijdenis van mijn overtredingen doen voor den HEERE: en Gij vergaaft de ongerechtigheid mijner zonde. Sela.
6 Hierom zal U ieder heilige aanbidden in vindenstijd: ja, in een overloop van grote wateren zullen zij hem niet aanraken.
7 Gij zijt mij een Verberging: Gij behoedt mij voor benauwdheid: Gij omringt mij met vrolijke gezangen van bevrijding. Sela.
8 Ik zal u onderwijzen, en u leren van den weg, dien gij gaan zult: Ik zal raad geven, Mijn oog zal op u zijn.
9 Weest niet gelijk een paard, gelijk een muilezel, hetwelk geen verstand heeft, welks muil men breidelt met toom en gebit, opdat het tot u niet genake.
10 De goddeloze heeft veel smarten, maar die op den HEERE vertrouwt, dien zal de goedertierenheid omringen.
11 Verblijdt u in den HEERE, en verheugt u, gij rechtvaardigen! en zingt vrolijk, alle gij oprechten van harte!