26-10-2014

Datum:
26/10/2014
Predikant:
ds. J. Lohuis
Tekst:
Hooglied 5 : 12-13

Zijn ogen zijn als der duiven bij de waterstromen, met melk gewassen, staande als in kasjes der ringen. Zijn wangen zijn als een bed van specerijen, als welriekende torentjes: Zijn lippen zijn als lelien, druppende van vloeiende mirre.

Punten:

1. De ogen van Christus
2. De wangen van Christus
3. De lippen van Christus

Zingen:

Psalm 21:5 en 6
Psalm 38:17 (na de wet)
Psalm 73:1 en 13
Psalm 119:52
Psalm 97:7

Schriftlezing:

Jesaja 40:25-31
25 Bij wien dan zult gijlieden Mij vergelijken, dien Ik gelijk zij? zegt de Heilige.
26 Heft uw ogen op omhoog, en ziet, Wie deze dingen geschapen heeft: Die in getal hun heir voortbrengt: Die ze alle bij name roept, vanwege de grootheid Zijner krachten, en omdat Hij sterk van vermogen is: er wordt er niet een gemist.
27 Waarom zegt gij dan, o Jakob! en spreekt, o Israel! mijn weg is voor den HEERE verborgen, en mijn recht gaat van mijn God voorbij?
28 Weet gij het niet? Hebt gij niet gehoord, dat de eeuwige God, de HEERE, de Schepper van de einden der aarde, noch moede noch mat wordt? Er is geen doorgronding van Zijn verstand.
29 Hij geeft den moeden kracht, en Hij vermenigvuldigt de sterkte dien, die geen krachten heeft.
30 De jongen zullen moede en mat worden, en de jongelingen zullen gewisselijk vallen:
31 Maar dien den HEERE verwachten, zullen de kracht vernieuwen: zij zullen opvaren met vleugelen, gelijk de arenden: zij zullen lopen, en niet moede worden: zij zullen wandelen, en niet mat worden.
Kolossenzen 1:14-20
14 In Denwelke wij de verlossing hebben door Zijn bloed, namelijk de vergeving der zonden:
15 Dewelke het Beeld is des onzienlijken Gods, de Eerstgeborene aller kreaturen.
16 Want door Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, die zienlijk en die onzienlijk zijn, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten: alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen:
17 En Hij is voor alle dingen, en alle dingen bestaan te zamen door Hem:
18 En Hij is het Hoofd des lichaams, namelijk der Gemeente, Hij, Die het Begin is, de Eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in allen de Eerste zou zijn.
19 Want het is des Vaders welbehagen geweest, dat in Hem al de volheid wonen zou:
20 En dat Hij, door Hem vrede gemaakt hebbende door het bloed Zijns kruises, door Hem, zeg ik, alle dingen verzoenen zou tot Zichzelven, hetzij de dingen, die op de aarde, hetzij de dingen die in de hemelen zijn.

Naar overzicht