16-03-2014

Datum:
16/03/2014
Predikant:
ds. J. Lohuis
Tekst:
1 Petrus 2 : 21

Want hiertoe zijt gij geroepen, dewijl ook Christus voor ons geleden heeft, ons een voorbeeld nalatende, opdat gij Zijn voetstappen zoudt navolgen.

Punten:

1. Het zwaard
2. De beker
3. Het Voorbeeld
4. De overwinning

Zingen:

Psalm 105:10 en 11
Psalm 6:7 (na de wet)
Psalm 44:6 en 7
Psalm 116:9
Psalm 54:2

Schriftlezing:

1 Jezus, dit gezegd hebbende, ging uit met Zijn discipelen over de beek Kedron, waar een hof was, in welken Hij ging, en Zijn discipelen.
2 En Judas, die Hem verried, wist ook die plaats, dewijl Jezus aldaar dikwijls vergaderd was geweest met Zijn discipelen.
3 Judas dan, genomen hebbende de bende krijgsknechten en enige dienaars van de overpriesters en Farizeen, kwam aldaar met lantaarnen, en fakkelen, en wapenen.
4 Jezus dan, wetende alles, wat over Hem komen zou, ging uit, en zeide tot hen: Wien zoekt gij?
5 Zij antwoordden Hem: Jezus den Nazarener. Jezus zeide tot hen: Ik ben het. En Judas, die Hem verried, stond ook bij hen.
6 Als Hij dan tot hen zeide: Ik ben het: gingen zij achterwaarts, en vielen ter aarde.
7 Hij vraagde hun dan wederom: Wien zoekt gij? En zij zeiden: Jezus den Nazarener.
8 Jezus antwoordde: Ik heb u gezegd, dat Ik het ben. Indien gij dan Mij zoekt, zo laat dezen heengaan.
9 Opdat het woord vervuld zou worden, dat Hij gezegd had: Uit degenen, die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik niemand verloren.
10 Simon Petrus dan, hebbende een zwaard, trok hetzelve uit, en sloeg des hogepriesters dienstknecht, en hieuw zijn rechteroor af. En de naam van den dienstknecht was Malchus.
11 Jezus dan zeide tot Petrus: Steek uw zwaard in de schede. Den drinkbeker, dien Mij de Vader gegeven heeft, zal Ik dien niet drinken?
1 Petrus 2:18-25
18 Gij huisknechten, zijt met alle vreze onderdanig den heren, niet alleen den goeden en bescheidenen, maar ook den harden.
19 Want dat is genade, indien iemand om het geweten voor God zwarigheid verdraagt, lijdende ten onrechte.
20 Want wat lof is het, indien gij verdraagt, als gij zondigt, en daarover geslagen wordt? Maar indien gij verdraagt, als gij weldoet, en daarover lijdt, dat is genade bij God.
21 Want hiertoe zijt gij geroepen, dewijl ook Christus voor ons geleden heeft, ons een voorbeeld nalatende, opdat gij Zijn voetstappen zoudt navolgen:
22 Die geen zonde gedaan heeft, en er is geen bedrog in Zijn mond gevonden:
23 Die, als Hij gescholden werd, niet wederschold, en als Hij leed, niet dreigde: maar gaf het over aan Dien, Die rechtvaardiglijk oordeelt:
24 Die Zelf onze zonden in Zijn lichaam gedragen heeft op het hout: opdat wij, der zonden afgestorven zijnde, der gerechtigheid leven zouden: door Wiens striemen gij genezen zijt.
25 Want gij waart als dwalende schapen: maar gij zijt nu bekeerd tot den Herder en Opziener uwer zielen.

Naar overzicht