03-02-2013

Datum:
03/02/2013
Predikant:
ds. J. Lohuis
Tekst:
NGB Artikel 35 (c)

Voorts, hoewel de Sacramenten met de betekende zaken te zamen gevoegd zijn, zo worden zij nochtan s met deze twee zaken door allen niet ontvangen. De goddeloze ontvangt wel het Sacrament tot zijn verdoemenis, maar hij ontvangt niet de waarheid des Sacraments: gelijk als Judas en Simon de tovenaar beiden wel het Sacrament ontvingen, maar niet Christus, Die daardoor betekend wordt, Welke den gelovigen alleen medegedeeld wordt.Ten laatste, wij ontvangen het Heilig Sacrament in de verzameling des volks Gods met ootmoedigheid en eerbied, onder ons houdende een heilige gedachtenis des doods van Christus, onzen Zaligmaker, met dankzegging, en doen aldaar belijdenis van ons geloof en van de Christelijke religie. Daarom behoort zich niemand daartoe te begeven, zonder zichzelven eerst wel beproefd te hebben: opdat hij, etende van dit brood en drinkende uit dezen drinkbeker, niet ete en drinke zichzelven een oordeel (1 Kor. 11:29). Kortelijk, wij zijn door het gebruik van dit Heilig Sacrament bewogen tot een vurige liefde jegens God en onzen naaste. Daarom verwerpen wij alle inmengselen en verdoemelijke vonden, die de mensen bij de Sacramenten gedaan en gemengd hebben, als ontheiligingen daarvan, en zeggen dat men zich moet laten vergenoegen met de ordening, die Christus en Zijn apostelen ons geleerd hebben, en spreken, gelijk zij daarvan gesproken hebben.

Punten:

1. Een tweeerlei ontvangen aan het Heilig Avondmaal
2. De zelfbeproeving voor het Heilig Avondmaal
3. De gestalte tijdens en na het Heilig Avondmaal
4. De eer in het Heilig Avondmaal

Zingen:

Psalm 133:1 en 3
Psalm 33:3 (na de geloofsbelijdenis)
Psalm 139:2, 10 en 14
Psalm 43:3
Psalm 42:1

Schriftlezing:

1 Dit is de derde maal, dat ik tot u kom: in den mond van twee of drie getuigen zal alle woord bestaan.
2 Ik heb het te voren gezegd, en zeg het te voren als tegenwoordig zijnde de tweede maal, en ik schrijf het nu afwezende aan degenen, die te voren gezondigd hebben, en aan al de anderen, dat, zo ik wederom kom, ik hen niet zal sparen:
3 Dewijl gij zoekt een proeve van Christus, Die in mij spreekt, Welke in u niet zwak is, maar krachtig is onder u.
4 Want hoewel Hij gekruist is door zwakheid, zo leeft Hij nochtans door de kracht Gods. Want ook wij zijn zwak in Hem, maar zullen met Hem leven door de kracht Gods in u.
5 Onderzoekt uzelven, of gij in het geloof zijt, beproeft uzelven. Of kent gij uzelven niet, dat Jezus Christus in u is? Tenzij dat gij enigszins verwerpelijk zijt.
6 Doch ik hoop, dat gij zult verstaan, dat wij niet verwerpelijk zijn.
7 En ik wens van God, dat gij geen kwaad doet: niet opdat wij beproefd zouden bevonden worden, maar opdat gij het goede zoudt doen, en wij als verwerpelijk zouden zijn.
8 Want wij vermogen niets tegen de waarheid, maar voor de waarheid.
9 Want wij verblijden ons, wanneer wij zwak zijn, en gij sterk zijt. En wij wensen ook dit, namelijk uw volmaking.
10 Daarom schrijf ik, afwezende, deze dingen, opdat ik niet, tegenwoordig zijnde, strengheid zou gebruiken, naar de macht, die mij de Heere gegeven heeft tot opbouwing, en niet tot nederwerping.
11 Voorts, broeders, zijt blijde, wordt volmaakt, zijt getroost, zijt eensgezind, leeft in vrede: en de God der liefde en des vredes zal met u zijn.
12 Groet elkander met een heiligen kus. U groeten al de heiligen.
13 De genade van den Heere Jezus Christus, en de liefde van God, en de gemeenschap des Heiligen Geestes, zij met u allen. Amen.

Naar overzicht