12-08-2012

Datum:
12/08/2012
Predikant:
ds. J. Lohuis
Bijzonderheden:
Serie: De tabernakel 7
Thema:
Het brandofferaltaar
Tekst:
Exodus 27 : 1-2

Gij zult ook een altaar maken van sittimhout: vijf ellen zal de lengte zijn, en vijf ellen de breedte (vierkant zal dit altaar zijn), en drie ellen zijn hoogte. En gij zult zijn hoornen maken op zijn vier hoeken: uit hetzelve zullen zijn hoornen zijn, en gij zult het met koper overtrekken.

Punten:

1. Het materiaal en gereedschap van het brandofferaltaar
2. De bloeddorst van het brandofferaltaar
3. De hoornen van het brandofferaltaar

Zingen:

Psalm 90:4 en 7
Psalm 135:6 (na de geloofsbelijdenis)
Psalm 32: 1 en 3
Psalm 130:2
Psalm 66:7

Schriftlezing:

Exodus 27:1-8
1 Gij zult ook een altaar maken van sittimhout: vijf ellen zal de lengte zijn, en vijf ellen de breedte (vierkant zal dit altaar zijn), en drie ellen zijn hoogte.
2 En gij zult zijn hoornen maken op zijn vier hoeken: uit hetzelve zullen zijn hoornen zijn, en gij zult het met koper overtrekken.
3 Gij zult het ook potten maken, om zijn as te ontvangen, ook zijn schoffelen, en zijn besprengbekkens, en zijn krauwelen, en zijn koolpannen: al zijn gereedschap zult gij van koper maken.
4 Gij zult het een rooster maken van koperen netwerk: en gij zult aan dat net vier koperen ringen maken aan zijn vier einden.
5 En gij zult het onder den omloop des altaars van beneden opleggen, alzo dat het net tot het midden des altaars zij.
6 Gij zult ook handbomen maken tot het altaar, handbomen van sittimhout: en gij zult ze met koper overtrekken.
7 En de handbomen zullen in de ringen gedaan worden, alzo dat de handbomen zijn aan beide zijden des altaars, als men het draagt.
8 Gij zult hetzelve hol van planken maken: gelijk als Hij u op den berg gewezen heeft, alzo zullen zij doen.
Johannes 12:37-43
37 En hoewel Hij zovele tekenen voor hen gedaan had, nochtans geloofden zij in Hem niet:
38 Opdat het woord van Jesaja, den profeet, vervuld werd, dat hij gesproken heeft: Heere, wie heeft onze prediking geloofd, en wien is de arm des Heeren geopenbaard?
39 Daarom konden zij niet geloven, dewijl Jesaja wederom gezegd heeft:
40 Hij heeft hun ogen verblind, en hun hart verhard: opdat zij met de ogen niet zien, en met het hart niet verstaan, en zij bekeerd worden, en Ik hen geneze.
41 Dit zeide Jesaja, toen hij Zijn heerlijkheid zag, en van Hem sprak.
42 Nochtans geloofden ook zelfs velen uit de oversten in Hem: maar om der Farizeen wil beleden zij het niet: opdat zij uit de synagoge niet zouden geworpen worden.
43 Want zij hadden de eer der mensen lief, meer dan de eer van God.

Naar overzicht