13-01-2008
Toen werden kinderkens tot Hem gebracht, opdat Hij de handen hun zou opleggen en bidden: en de discipelen bestraften dezelve. Maar Jezus zeide: Laat af van de kinderkens, en verhindert hen niet tot Mij te komen: want derzulken is het Koninkrijk der hemelen. En als Hij hun de handen opgelegd had, vertrok Hij van daar.En zij brachten kinderkens tot Hem, opdat Hij ze aanraken zou: en de discipelen bestraften degenen, die ze tot Hem brachten. Maar Jezus, dat ziende, nam het zeer kwalijk, en zeide tot hen: Laat de kinderkens tot Mij komen, en verhindert ze niet: want derzulken is het Koninkrijk Gods. Voorwaar zeg Ik u: Zo wie het Koninkrijk Gods niet ontvangt, gelijk een kindeken, die zal in hetzelve geenszins ingaan.En Hij omving ze met Zijn armen, en de handen op hen gelegd hebbende, zegende Hij dezelve.En zij brachten ook de kinderkens tot Hem, opdat Hij die zou aanraken: en de discipelen, dat ziende, bestraften dezelve. Maar Jezus riep dezelve kinderkens tot Zich, en zeide: Laat de kinderkens tot Mij komen, en verhindert hen niet: want derzulken is het Koninkrijk Gods. Voorwaar, zeg Ik u: Zo wie het Koninkrijk Gods niet zal ontvangen als een kindeken, die zal geenszins in hetzelve komen.
1. Kinderen gebracht tot de Zaligmaker
2. Kinderen geweerd van de Zaligmaker
3. Kinderen gezegend door de Zaligmaker
Psalm 8:1 en 2
Psalm 105:5
Psalm 134:3
Psalm 89:2, 13 en 14
Psalm 72:9 en 11
Mattheus 19:3-15
13 Toen werden kinderkens tot Hem gebracht, opdat Hij de handen hun zou opleggen en bidden: en de discipelen bestraften dezelve.
14 Maar Jezus zeide: Laat af van de kinderkens, en verhindert hen niet tot Mij te komen: want derzulken is het Koninkrijk der hemelen.
15 En als Hij hun de handen opgelegd had, vertrok Hij van daar.
Markus 10:13-16
13 En zij brachten kinderkens tot Hem, opdat Hij ze aanraken zou: en de discipelen bestraften degenen, die ze tot Hem brachten.
14 Maar Jezus, dat ziende, nam het zeer kwalijk, en zeide tot hen: Laat de kinderkens tot Mij komen, en verhindert ze niet: want derzulken is het Koninkrijk Gods.
15 Voorwaar zeg Ik u: Zo wie het Koninkrijk Gods niet ontvangt, gelijk een kindeken, die zal in hetzelve geenszins ingaan.
16 En Hij omving ze met Zijn armen, en de handen op hen gelegd hebbende, zegende Hij dezelve.
Lukas 18:15-17
15 En zij brachten ook de kinderkens tot Hem, opdat Hij die zou aanraken: en de discipelen, dat ziende, bestraften dezelve.
16 Maar Jezus riep dezelve kinderkens tot Zich, en zeide: Laat de kinderkens tot Mij komen, en verhindert hen niet: want derzulken is het Koninkrijk Gods.
17 Voorwaar, zeg Ik u: Zo wie het Koninkrijk Gods niet zal ontvangen als een kindeken, die zal geenszins in hetzelve komen.