2022-07-17
Herodus tegenover Jezus
Datum
zondag 17 juli 2022
Predikant
ds. J. Lohuis
Tekst
Handelingen 12:20-24
-
TekstEn Heródes had in den zin tegen de Tyriërs en Sidoniërs te krijgen; maar zij kwamen eendrachtelijk tot hem, en Blastus, die des konings kamerling was, overreed hebbende, begeerden vrede, omdat hun land gespijzigd werd van des konings land. En op een gezetten dag, Heródes, een koninklijk kleed aangedaan hebbende, en op den rechterstoel gezeten zijnde, deed een rede tot hen. En het volk riep hem toe: Een stem Gods, en niet eens mensen! En van stonde aan sloeg hem een engel des Heeren, daarom dat hij Gode de eer niet gaf; en hij werd van de wormen gegeten, en gaf den geest. En het Woord Gods wies, en vermenigvuldigde.
-
ZingenPsalm 73:5 en 10
Psalm 139:1 (na de wet)
Psalm 68:1 en 11
Gebed des Heeren : 3
Psalm 21:8 -
Punten1. Wie was Herodus?
2. Zijn hoogmoed
3. Hoe het afliep -
SchriftlezingPsalmen 76:1-13
1 Een psalm, een lied van Asaf, voor den opperzangmeester, op de Neginôth.
2 God is bekend in Juda; Zijn Naam is groot in Israël.
3 En in Salem is Zijn hut, en Zijn woning in Sion.
4 Aldaar heeft Hij verbroken de vurige pijlen van den boog, het schild, en het zwaard, en den krijg. Sela.
5 Gij zijt doorluchtiger en heerlijker dan de roofbergen.
6 De stouthartigen zijn beroofd geworden; zij hebben hun slaap gesluimerd; en geen van de dappere mannen hebben hun handen gevonden.
7 Van Uw schelden, o God van Jakob! Is samen wagen en paard in slaap gezonken.
8 Gij, vreselijk zijt Gij; en wie zal voor Uw aangezicht bestaan, van den tijd Uws toorns af?
9 Gij deedt een oordeel horen uit den hemel; de aarde vreesde en werd stil,
10 Als God opstond ten oordeel, om alle zachtmoedigen der aarde te verlossen. Sela.
11 Want de grimmigheid des mensen zal U loffelijk maken; het overblijfsel der grimmigheden zult Gij opbinden.
12 Doet geloften en betaalt ze den HEERE, uw God, gij allen, die rondom Hem zijt! Laat hen Dien, Die te vrezen is, geschenken brengen;
13 Die den geest der vorsten als druiven afsnijdt; Die den koningen der aarde vreselijk is.
Handelingen 12:18-25
18 En als het dag was geworden, was er geen kleine beroerte onder de krijgsknechten, wat toch aan Petrus mocht geschied zijn.
19 En als Heródes hem gezocht had, en niet vond, en de wachters rechtelijk ondervraagd had, gebood hij, dat zij weggeleid zouden worden. En hij vertrok van Judéa naar Cesaréa, en hield zich aldaar.
20 En Heródes had in den zin tegen de Tyriërs en Sidoniërs te krijgen; maar zij kwamen eendrachtelijk tot hem, en Blastus, die des konings kamerling was, overreed hebbende, begeerden vrede, omdat hun land gespijzigd werd van des konings land.
21 En op een gezetten dag, Heródes, een koninklijk kleed aangedaan hebbende, en op den rechterstoel gezeten zijnde, deed een rede tot hen.
22 En het volk riep hem toe: Een stem Gods, en niet eens mensen!
23 En van stonde aan sloeg hem een engel des Heeren, daarom dat hij Gode de eer niet gaf; en hij werd van de wormen gegeten, en gaf den geest.
24 En het Woord Gods wies, en vermenigvuldigde.
25 Bárnabas nu en Saulus keerden wederom van Jeruzalem, als zij den dienst volbracht hadden, medegenomen hebbende ook Johannes, die toegenaamd werd Markus.
- U bevindt zich hier:
- Start
- Prekenarchief
- 2022-07-17