2021-03-07
Datum
zondag 7 maart 2021
Predikant
ds. J. Lohuis
Tekst
HC Zondag 13
-
TekstVr. 33: Waarom is Hij Gods eniggeboren Zoon genaamd, zo wij toch Gods kinderen zijn?
Antw: Daarom, dat Christus alleen de eeuwige natuurlijke Zone Gods is, maar wij zijn om zijnentwil uit genade tot kinderen Gods aangenomen.
Vr. 34: Waarom noemt gij Hem onze HEERE?
Antw: Omdat Hij ons met lichaam en ziel van al onze zonden, niet met goud of met zilver,maar met zijn dierbaar bloed gekocht, en van alle heerschappij des duivels verlost heeft, en ons alzo zich tot een eigen gemaakt. -
ZingenPsalm 116:2, 3 en 9
Psalm 89:8 (na de geloofsbelijdenis)
Psalm 110:1, 2, 3 en 4
Psalm 86:6
Psalm 2:7 -
Punten1. Het huisgezin van de Vader (v/a 33)
2. Het eigendom belijdt zijn Eigenaar (v/a 34) -
SchriftlezingJohannes 5:19-26
19 Jezus dan antwoordde en zeide tot hen: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: De Zoon kan niets van Zichzelven doen, tenzij Hij den Vader dat ziet doen; want zo wat Die doet, hetzelve doet ook de Zoon desgelijks.
20 Want de Vader heeft den Zoon lief, en toont Hem alles, wat Hij doet; en Hij zal Hem groter werken tonen dan deze, opdat gij u verwondert.
21 Want gelijk de Vader de doden opwekt en levend maakt, alzo maakt ook de Zoon levend, Die Hij wil.
22 Want ook de Vader oordeelt niemand, maar heeft al het oordeel den Zoon gegeven;
23 Opdat zij allen den Zoon eren, gelijk zij den Vader eren. Die den Zoon niet eert, eert den Vader niet, Die Hem gezonden heeft.
24 Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Die Mijn woord hoort, en gelooft Hem, Die Mij gezonden heeft, die heeft het eeuwige leven, en komt niet in de verdoemenis, maar is uit den dood overgegaan in het leven.
25 Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: De ure komt, en is nu, wanneer de doden zullen horen de stem des Zoons Gods, en die ze gehoord hebben, zullen leven.
26 Want gelijk de Vader het leven heeft in Zichzelven, alzo heeft Hij ook den Zoon gegeven, het leven te hebben in Zichzelven;
Johannes 10:30-38
30 Ik en de Vader zijn één.
31 De Joden dan namen wederom stenen op, om Hem te stenigen.
32 Jezus antwoordde hun: Ik heb u vele treffelijke werken getoond van Mijn Vader; om welk werk van die stenigt gij Mij?
33 De Joden antwoordden Hem, zeggende: Wij stenigen U niet over enig goed werk, maar over godslastering, en omdat Gij, een Mens zijnde, Uzelven God maakt.
34 Jezus antwoordde hun: Is er niet geschreven in uw wet: Ik heb gezegd, gij zijt goden?
35 Indien de wet die goden genaamd heeft, tot welke het woord Gods geschied is, en de Schrift niet kan gebroken worden;
36 Zegt gijlieden tot Mij, Dien de Vader geheiligd en in de wereld gezonden heeft: Gij lastert God; omdat Ik gezegd heb: Ik ben Gods Zoon?
37 Indien Ik niet doe de werken Mijns Vaders, zo gelooft Mij niet;
38 Maar indien Ik ze doe, en zo gij Mij niet gelooft, zo gelooft de werken; opdat gij moogt bekennen en geloven, dat de Vader in Mij is, en Ik in Hem.
- U bevindt zich hier:
- Start
- Prekenarchief
- 2021-03-07