2004-03-11
Het schuldoffer
Datum
donderdag 11 maart 2004
Bijbellezing
Predikant
ds. J. Lohuis
Tekst
Leviticus 7 : 1
-
TekstDit is nu de wet des schuldoffers: het is een heiligheid der heiligheden.
-
ZingenPsalm 19:5 en 6
Psalm 51:5 en 6
Psalm 40:4
Psalm 133:3 -
Punten1. Schuld bij God.
2. Schuld bij de naaste
3. Schuld bij Christus -
SchriftlezingLeviticus 5
14 Wijders sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
15 Als een mens door overtreding overtreden, en door afdwaling gezondigd zal hebben, wat ontwendende van de heilige dingen des HEEREN, zo zal hij tot zijn schuldoffer den HEERE brengen een volkomen ram uit de kudde, met uw schatting aan zilveren sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms, ten schuldoffer.
16 Zo zal hij, dat hij zondigende heeft ontwend van de heilige dingen, wedergeven, en zal deszelfs vijfde deel daarenboven toedoen, dat hij den priester geven zal: alzo zal de priester met den ram des schuldoffers voor hem verzoening doen, en het zal hem vergeven worden.
17 En indien een mens zal gezondigd hebben, en gedaan tegen een van alle geboden des HEEREN, hetwelk niet zou gedaan worden, al is het dat hij het niet geweten heeft, nochtans is hij schuldig, en zal zijn ongerechtigheid dragen.
18 En hij zal een volkomen ram uit de kudde tot den priester brengen, met uw schatting, ten schuldoffer: en de priester zal voor hem verzoening doen over zijn afdwaling, door welke hij afgedwaald is, die hij niet geweten had: zo zal het hem vergeven worden.
19 Het is een schuldoffer: hij heeft zich voorzeker schuldig gemaakt aan den HEERE.
Leviticus 6
1 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
2 Als een mens gezondigd, en tegen den HEERE door overtreding overtreden zal hebben, dat hij aan zijn naaste zal gelogen hebben van hetgeen hem in bewaring gegeven, of ter hand gesteld was, of van roof, of dat hij met geweld zijn naaste onthoudt:
3 Of dat hij het verlorene gevonden, en daarover gelogen, en met valsheid gezworen zal hebben: over iets van alles, dat de mens doet, daarin zondigende.
4 Het zal dan geschieden, dewijl hij gezondigd heeft, en schuldig geworden is, dat hij wederuitkeren zal den roof, dien hij geroofd, of het onthoudene, dat hij met geweld onthoudt, of het bewaarde, dat bij hem te bewaren gegeven was, of het verlorene, dat hij gevonden heeft:
5 Of van al, waarover hij valselijk gezworen heeft, dat hij hetzelve in zijn hoofdsom wedergeve, en nog het vijfde deel daarenboven toedoen zal: wiens dat is, dien zal hij dat geven op den dag zijner schuld.
6 En hij zal den HEERE zijn schuldoffer brengen tot den priester, een volkomen ram uit de kudde, met uw schatting, ten schuldoffer.
7 Dan zal de priester voor hem verzoening doen voor het aangezicht des HEEREN, en het zal hem vergeven worden: over iets van al, wat hij doet, waar hij schuld aan heeft.
Leviticus 7
1 Dit is nu de wet des schuldoffers: het is een heiligheid der heiligheden.
2 In de plaats, waar zij het brandoffer slachten, zullen zij het schuldoffer slachten: en men zal deszelfs bloed rondom op het altaar sprengen.
3 En daarvan zal men al zijn vet offeren, den staart, en het vet, dat het ingewand bedekt:
4 Ook de beide nieren, en het vet, dat daaraan is, dat op de weekdarmen is: en het net over de lever, met de nieren, zal men afnemen.
5 En de priester zal die aansteken op het altaar, ten vuuroffer den HEERE: het is een schuldoffer.
6 Al wat mannelijk is onder de priesteren zal dat eten: in de heilige plaats zal het gegeten worden: het is een heiligheid der heiligheden.
7 Gelijk het zondoffer, alzo zal ook het schuldoffer zijn: enerlei wet zal voor dezelve zijn: het zal des priesters zijn, die daarmede verzoening gedaan zal hebben.
- U bevindt zich hier:
- Start
- Prekenarchief
- 2004-03-11